I'm not a robot

CAPTCHA

Privacy - Terms

reCAPTCHA v4
Link



















Original text

Artikel van gerespecteerde collega Olga Kesler “Kan een mens veranderen – Ja, dat kan hij!” veroorzaakte reflecties over het onderwerp: onder welke omstandigheden kan een persoon veranderen en wat kan hij precies in zichzelf veranderen? Als een persoon comfortabel, harmonieus extern en intern leeft, is het onwaarschijnlijk dat hij iets wil veranderen. Dit is niet nodig als iemand zich goed voelt, hij voelt zich vrij, niets hindert zijn ontwikkeling en de vervulling van verlangens en plannen. Het komt echter voor dat iemand zich op zijn gemak voelt in een zeer ongemakkelijke omgeving (“En in de gevangenis geven ze nu pasta ...) uit gewoonte, en, belangrijker nog, hij ziet geen alternatief. Andere manieren van bestaan ​​zijn hem onbekend, zelfs beangstigend, of de persoon gelooft dat ze niet voor hem zijn. De cliënte beschrijft de asociale buren die ze als kind had, schreeuwend en vechtend achter de muur. Ik ga ervan uit dat dit een bron van traumatisering is, maar de cliënt legt uit: dit was de norm. Ouders gedroegen zich op dezelfde manier. Soms leeft een persoon in een staat van bevriezing of een bevroren staat: "Het is allemaal hetzelfde, of het nu gaat om wil of gevangenschap." Het kind nam deze overlevingsstrategie al op jonge leeftijd over; het heeft hem ooit geholpen en misschien wel zijn leven gered. Nu, als volwassene, gaat het verlaten van de gebruikelijke ‘comfortzone’ gepaard met sterke gevoelens van gevaar en angst. Deze optie wordt in de regel geassocieerd met depressie, en wilsimpulsen neigen naar nul. Daarom is verandering erg moeilijk. Wanneer wordt het mogelijk? Wanneer iemand lang en diep geleden heeft, geestelijk of lichamelijk, kan hij rijp zijn voor verandering. Hij kan gewoon niet meer in deze toestand zijn. Er kan vaak worden opgemerkt dat de cliënt een extreme mate van lijden moet bereiken om zichzelf toe te staan ​​zijn houding te veranderen, bijvoorbeeld het volgende: Ik heb grote schulden bij mijn moeder, mijn leven is niet genoeg om hem weg te geven Ik moet goed zijn voor iedereen, iedereen helpen, mijn belangen zijn niet belangrijk. Het lijkt erop dat een persoon bij een hoge mate van lijden het recht verdient om ouderlijke richtlijnen te schenden. In dit geval wil ik mensen heel graag vertellen: het is niet nodig om tot het uiterste te gaan, want er is psychologische hulp. Soms komt een cliënt naar een psycholoog alsof hij toestemming vraagt ​​om anders te leven en ademt hij uit van opluchting, alsof hij een aflaat heeft gekregen. Iemand wil misschien veranderingen als hij wordt geconfronteerd met het vooruitzicht een relatie te verliezen die hem dierbaar is. Hij moet kiezen: óf zijn reacties en gedrag veranderen, óf de persoon die belangrijk voor hem is, zal hem verlaten. Soms wordt hij zich bewust van zijn beperkende houdingen, die hem ervan weerhouden succes te behalen in zijn favoriete bezigheid, in persoonlijke ontwikkeling. En iemand kiest ervoor om aan zichzelf te werken. Het komt voor dat iemands voorbeeld inspireert. Een vrouw observeert bijvoorbeeld veranderingen bij een collega op het werk die een psycholoog bezoekt. En ze wil ook zulke indrukwekkende veranderingen. Dus welke veranderingen in het proces van intern werken met of zonder een psycholoog? En wat blijft hetzelfde, zoals temperament, neigingen en talenten, individuele kenmerken die inherent zijn aan deze specifieke persoon? wijziging. Ze kunnen helderder worden, meer gemanifesteerd, omdat... Tijdens het therapieproces staat iemand zichzelf steeds meer toe zichzelf te zijn. Therapeutisch werk is erop gericht de lagen van de houding, overtuigingen, voorschriften en fouten in de perceptie van kinderen van anderen op te ruimen en te veranderen. Meestal worden ze overgedragen door ouders, naaste familieleden en het gezin als geheel. De kleuterschool, school en het gezelschap van leeftijdsgenoten hebben een grote invloed op het idee van zichzelf en de wereld. Installaties kunnen ook transgenerationeel van aard zijn. Deze instellingen worden kritisch bekeken vanuit het oogpunt van voordeel of schade voor een bepaald individu. Je kunt ze laten staan ​​of de werking ervan beperken, of je kunt ze weigeren. De cliënt beslist zelf wat hij met de houdingen doet. Een persoon verkeert bijvoorbeeld vanwege zijn jeugdgeschiedenis in voortdurende spanning en is bereid zichzelf te verdedigen. Hij is in oorlog met de wereld om hem heen en vraagt ​​zich af waarom de wereld vijandig tegenover hem staat en mensen hem mijden. Tijdens de therapie worden de redenen duidelijker