I'm not a robot

CAPTCHA

Privacy - Terms

reCAPTCHA v4
Link



















Original text

Supervisie: Egor Rogozhnikov, Supervisor: Yulia Abakumova - Kociuniene (Birštonas, Litouwen) De supervisies begonnen in september 2012 en liepen door tot 28 juli 2015. Gedurende deze periode vonden er 74 supervisies plaats. De supervisies vonden regelmatig plaats, meestal wekelijks, met pauzes voor vakanties en andere gebeurtenissen in het professionele en persoonlijke leven. Problemen van cliënten met wie ik het vaakst moest werken: problemen in de relaties tussen man en vrouw, relaties tussen kinderen en ouders, stressstoornissen, angsten, fobieën, gedissocieerde toestanden, depressieve toestanden, apathie, problemen met het gevoel van eigenwaarde en zelfbeschikking, psychosomatische stoornissen. Aan het begin van mijn therapeutische praktijk ondervond ik problemen bij het organiseren van de interactie met cliënten in termen van het therapeutisch contract, te beginnen met het tijdsbestek van de sessie, het bespreken van doelen, het bespreken van de duur, en eindigend met problemen in verband met de communicatie met cliënten buiten de therapeutische sessie. Ondanks het feit dat we tijdens het trainingsproces uitgebreide theoretische kennis kregen, bleek alles in de praktijk veel gecompliceerder. Individuele kenmerken van de reacties van cliënten op belangrijke aspecten van het therapeutische contract, meer bepaald mijn gebrek aan bereidheid, gebrek aan ervaring, mijn gebrek aan zelfvertrouwen en mijn behoefte aan cliënten, hadden invloed op de kwaliteit van het opbouwen van een therapeutische relatie. Tijdens het eerste jaar van de praktijk bedroeg de gemiddelde duur van het werk vijf tot zes sessies, en veel van de relaties eindigden voordat ze zelfs maar begonnen waren. Tijdens het supervisieproces werden alle kwesties met betrekking tot het contract besproken, en meer dan eens was het resultaat van deze gesprekken de versterking van mijn therapeutische positie, de vermindering van de onzekerheid en, als gevolg daarvan, een aanzienlijke, drievoudige toename van mijn de gemiddelde duur van het werken met klanten. Tijdens de supervisie werd voldoende aandacht besteed aan de vorming van mijn therapeutische positie, gebaseerd op het vermogen om bij een cliënt te zijn in een staat van onzekerheid, in een staat van ‘niet weten’ en ‘niet doen’, en daarmee samenhangend. een gevoel van angst. Over de vorming en ontwikkeling van een fenomenologische onderzoeksmethode, met nadruk op de ervaringen van de cliënt. Over het bewustzijn van de eigen gevoelens, zowel tijdens het samenzijn met de cliënt als buiten het proces, het ontwikkelen van gevoeligheid voor subtiele verschillen in het gedrag van de cliënt en de uiting van bepaalde gevoelens. Door het bespreken van moeilijke momenten in de relatie met cliënten en mijn gevoelens die hiermee verband houden, begon ik het vermogen tot reflectie en zelfreflectie te ontwikkelen. Tijdens het toezicht op mijn werk kwam ik de aanwezigheid van bepaalde waarden, vooroordelen en overtuigingen tegen, en kom ik nog steeds tegen, die niet bijdroegen aan de vorming van stabielere en productievere relaties met bepaalde cliënten. Nadat ik ze in de supervisie had gevonden en verduidelijkt, heb ik hier vervolgens in de persoonlijke therapie aan gewerkt. De belangrijkste beperkende kenmerken waren de volgende: de wens om sneller resultaten te bereiken dan de cliënt zelf wilde of waar hij klaar voor was; onvoldoende competente verantwoordelijkheidsverdeling tussen mij en de opdrachtgever; in de beginfase de aanwezigheid in de praktijk van onduidelijke grenzen in het contract met de cliënt, zoals naleving van de tijdslimieten voor vergaderingen, het aantal vergaderingen en de definitie van therapeutische doelen; zich identificeren met de ervaringen en tegenoverdrachten van de cliënt; de aanwezigheid van evaluatieve perceptie gebaseerd op de eigen waardesystemen; onderontwikkelde reflectie, waardoor er geen tijd is om bij te houden, te begrijpen wat er gebeurt en iemands gedrag aan te passen; een oncontroleerbaar verlangen om te helpen voordat de essentie van het probleem is opgehelderd, enz. Een ander belangrijk onderwerp dat tijdens het supervisieproces werd besproken, was mijn openheid in de relatie met de cliënt. Voordat ik deze kwaliteit in het toezicht besprak, associeerde ik openheid in grotere mate met zelfonthulling, wat onjuist bleek te zijn en mij bovendien vaak kwetsbaar maakte tegenover de cliënt, zonder dat onze eigen belangen daar baat bij hadden..