I'm not a robot

CAPTCHA

Privacy - Terms

reCAPTCHA v4
Link



















Original text

De term insluiting is psychoanalytisch, en als we in Gestalt-taal spreken, beschrijft het over het algemeen hetzelfde als de term contact. En zelfs de oorsprong van de woorden bevestigt dit. Vergelijk: bevattend. Komt uit het Engels. container “container”, verder vanaf Ch. bevatten “beperken, beperken, bevatten”, uit Lat. continere “bevatten, bevatten; beperken, beperken"; verder van cum (varianten: com-, con-, cor-) “met, samen” + tenere “vasthouden”, verder van Proto-Indo-Europees. *tien- “trekken, trekken” [Wiktionary]. (De cursivering is vetgedrukt van mij – I.R.) Contact. lat. contactus, sov. afgeleid van contingere “aanraken, aanraken”, pref. formaties uit tangere “aanraken, aanraken” [Etymologisch Woordenboek van N. M. Shansky]. Met andere woorden, bevatten kan worden opgevat als “bij elkaar houden”, en contact is “contact”, “gezamenlijke aanraking”. , niet alleen (en niet zozeer) insluiting als wel het gezamenlijk vasthouden van communicatie, afbakening van grenzen. Ik zal hier het proces van insluiting/contact vrij ruw en bij benadering schetsen - in één woord, schematisch, maar kort en, zo lijkt het mij,. Maar laten we eerst eens kijken naar een situatie die vaak op contact lijkt, maar dat in werkelijkheid niet is en zelfs in zekere zin het tegenovergestelde is van contact. Dit is fusie (samenvloeiing): wanneer de ervaringen van de cliënt zo sterk resoneren met de gevoelens van de therapeut dat de cliënt de therapeut ermee lijkt te ‘besmetten’ en dat de therapeut zo betrokken raakt, zo in beslag wordt genomen, dat hij zijn werk niet meer kan doen. En dan worden zowel de therapeut als de cliënt eenvoudigweg overspoeld door gevoelens en gedesoriënteerd. Laten we nu eens kijken hoe het proces van beheersing (of contact) eruit ziet. Laten we twee hoofdfasen in dit proces benadrukken. Ten eerste beïnvloedt de cliënt, gevangen door gevoelens of in een bepaalde toestand, de therapeut. De therapeut, die stabiel genoeg is om de gevoelens van de cliënt te accepteren, wordt beïnvloed, hij leeft, hij reageert erop met zijn gevoelens, maar is in staat deze reactie te realiseren, te begrijpen en er zich aan te passen (om als het ware meer te zijn dan deze reactie). ) - er niet volledig door gegrepen te worden, wat betekent dat hij in contact kan blijven. Dan wordt de tweede fase mogelijk: wanneer de therapeut zijn reactie teruggeeft aan de cliënt. En hierdoor kan de cliënt ook zijn gevoelens verwerken, integreren, in zijn innerlijke wereld plaatsen, zonder door deze ervaringen overspoeld te worden. Gebeurtenissen en ervaringen worden onderdeel van de ervaring, worden ingebouwd in het beeld van de wereld, in het idee van jezelf. ***Dit proces wordt naar mijn mening precies beschreven door de woorden van Sergei Bratchenko over de rol van de therapeut: Zo betrokken mogelijk zijn en tegelijkertijd zo afstandelijk mogelijk [Cit. gebaseerd op de toespraak van V.E. Kagan op de International Psychological Online Conference “Psychology in Simple Words” op 3-4 juli 2015]. Ook lijkt het mij dat het idee uit de psychosynthese zeer geschikt is om het proces van inperking te illustreren: “ Ik heb gedachten, maar ik ben niet alleen mijn gedachten; Ik heb angst, maar ik ben niet alleen mijn angst (mijn angst, mijn pijn, mijn trauma…), ik ben veel meer dan zij.” Een therapeut die in staat is om niet in gevoelens te ‘vervallen’ (en ze tegelijkertijd niet te bevriezen, niet te onderdrukken), maar zich ervan bewust te zijn en deze ecologisch uit te drukken, helpt de cliënt hetzelfde te doen: zijn leven ervaren als volledig mogelijk te maken en tegelijkertijd in contact te blijven, in contact te blijven, niet wild te worden, niet overboord te gaan, grenzen te behouden, dat wil zeggen integraal te blijven.