I'm not a robot

CAPTCHA

Privacy - Terms

reCAPTCHA v4
Link



















Original text

“Ik kan niet zonder hem leven” Controle als een manier van bestaan. Codependentie. "Ik wil dit niet meer, maar ik kan er niets aan doen", - een smeekbede om hulp flikkerde in haar blik, en haar lichaam en stem waren op hun gemak, maar leken op een gegeven moment te bevriezen je was in het theater, op het podium waarvan verschillende personages voorkomen: Degene die lijdt (klein en hulpeloos) Degene die niets voelt, met een verwarde blik Degene die behoorlijk adequaat is en een normaal leven wil Dit komt tot uiting in de lichaam van de cliënt: houding, blik, woorden. Hoewel deze karakters samen zijn, zien of begrijpen ze elkaar niet echt. Het doel van de therapie: ‘Help me volwassen te worden.’ Zo verwoordt de cliënt het zelf. Maar deze taak is niet gemakkelijk, zeg ik je. Volgens haar was ze het favoriete kind van haar ouders. Ze heeft misschien niet zo'n goede band met haar vader, maar over het algemeen ging alles goed met hen. Maar...ze herinnert zich bijna niets van haar kindertijd. En dit is een interessante vraag voor een psychotraumatoloog. Codependentie dus. Het is onmogelijk om zonder hem te leven, maar het is ook onmogelijk om te leven en vernedering en mishandeling te verduren. Ze woont al een hele tijd bij hem, ze heeft een kind. Toont grofheid en fysiek geweld, er is geen eten in huis, maar ze kan het geld wegdrinken met vriendinnen. Geobsedeerd door toezicht. Waarvoor? ‘Wat wil je weten?’ vraag ik. ‘Ik wil en tegelijkertijd ben ik bang om de bevestiging te vinden dat hij vals speelt. Dat zij de schuld is van al onze problemen. En het gaat niet om mij, ik wil braaf zijn, maar vanwege haar behandelt hij me slecht”, lijkt ze me schuldig aan te kijken als ze deze woorden zegt. Maar hoe meer ze hierover praat, hoe meer ik een fantasie creëer Stel je voor dat voor mij een kind van twee of drie jaar oud staat dat gevoelig en jaloers over zijn moeder waakt. Iemand staat op het punt moeder weg te stelen, haar aandacht te stelen. En ze is een klein, hulpeloos meisje. En ze is ontzettend bang. Op dit moment ben ik helemaal bij haar aanwezig: ik zie haar, ik voel haar, ik houd oogcontact, mijn lichaam weerspiegelt (spiegelt) haar lichaam. Tegelijkertijd voert een ander deel van mij al deze analyses uit en stelt passende interventies voor, een ander deel van mij bewaakt mijn eigen gevoelens en sensaties (dit is ook om deze, indien mogelijk, in het werkproces te brengen). Daarnaast is er mijn metacommunicator, die het hele proces van buitenaf lijkt te bekijken. (dit is zodat je een idee krijgt van hoe het mentale proces van een psycholoog kan werken +-). Maar zoals mijn leraar zegt: “De psyche van de cliënt is heel wijs, die zal zelf het materiaal leveren dat nodig is. momenteel mee gewerkt.” En dit betekent: het proces volgen! Ja, je kunt dit werk natuurlijk op verschillende manieren aanpakken: het verleden verkennen, de cliënt de tijd geven om zich uit te spreken... Dit kan een heel lang proces zijn geweldig! Mijn cliënt zegt dat het eng is om aan duistere gedachten toe te geven en erin te verdrinken. Iets groots, zoals de oceaan, gevaarlijk en onvoorspelbaar, maakt haar bang. 'Dus dat betekent dat we daarheen moeten gaan', denk ik. Dit is een thema over controle en het vermogen tot overgave, dat wil zeggen over vertrouwen en veiligheid. Dit is de basis voor 'opgroeien'. 'Heel voorzichtig en langzaam gaan we het beeld van de oceaan binnen... - Ik kan de oceaan niet zijn! - ze zegt. (voor mij betekent het dat er nog geen manier is om deze kracht onder de knie te krijgen, dus volgen we het proces van de cliënt verder...) - Wie ben jij daar dan? Als wie zie jij jezelf? ‘Ik ben maar een zandkorrel die de oceaan rondslingert’, antwoordt ze. Laat het, de oceaan, je (een zandkorrel) optillen en je dan aan land gooien. Haal je dan weer op en neem je mee de afgrond in. Daar... en dan terug... Dus enige tijd verstrijkt, ik geef haar de kans om dieper in het beeld te duiken. Ik merk dat mijn lichaam zich begint te ontspannen. Ik vraag haar om op te merken wat er in haar lichaam gebeurt. (voor haar is dit nog steeds erg moeilijk, ze begrijpt niet hoe ze het moet doen, ze voelt het niet, ze voelt het niet. En dit betekent dat ze vaak in dissociatie verkeert – bescherming tegen pijn. Daarom is de sensaties worden verdoofd). Merk daarom op hoe haar schouders en armen zich ontspanden. (ze leunt achterover in haar stoel, haar rug ontspant). We ‘leven’ nog een tijdje op deze plek van ‘oceaan en zandkorrel’. Let op of er iets verandert (in haar!