I'm not a robot

CAPTCHA

Privacy - Terms

reCAPTCHA v4
Link



















Original text

Psychoanalytische therapie is een diepgaande studie van de persoonlijkheid, die leidt tot transformatie ervan, tot een verandering in de externe en interne realiteit. Dit onderzoek kan eindeloos zijn, en toch moet aan elke therapie een einde komen. Wat zijn de criteria voor het beëindigen van de therapie? Wanneer hij nadenkt over de prestaties van zijn cliënt (hierna zal ik het woord “analysant” gebruiken), stelt de analist zichzelf de volgende vragen: Lijdt de analysant? Symptomen zijn slechts het topje van de ijsberg, indicatoren voor diepere problemen. We verwachten geen volledige eliminatie van de symptomen - in stressvolle situaties kan onze psyche zijn toevlucht nemen tot oude vormen van verdediging. Maar we verwachten een significante vermindering van de frequentie en ernst van symptomatische manifestaties. Wat is de kwaliteit van de persoonlijke relaties van de analysant? Een gezonde relatie is geen relatie zonder conflicten. Dit zijn relaties waarin conflicten constructief worden opgelost en de psyche niet geneigd is zijn toevlucht te nemen tot rigide verdedigingsmechanismen. We kijken of de analysant in staat is tot integrale objectrelaties, dat wil zeggen of hij de autonomie van de ander erkent. Is hij in staat zijn eigen agressie, schuldgevoelens en wroeging te herkennen en te weerstaan? Heeft hij de wens om de schade aan iemand anders te herstellen? Kan de analysant een triadische relatie tolereren? Een van de moeilijkste ontwikkelingsuitdagingen is de overgang van dyadische naar triadische relaties. Is de analysant in staat het verschil te zien en te tolereren tussen zijn werkelijke plaats in deze wereld en zijn gewenste plaats? Kunt u een waarnemer zijn in plaats van een deelnemer in een relatie? Kan iemand zich bewust zijn van gevoelens van rivaliteit, competitie en afgunst en deze weerstaan? Is de analysant bereid de werkelijkheid te aanvaarden? We gebruiken veel manieren om de werkelijkheid te vervalsen of te ontwijken. Acceptatie van de realiteit is het vermogen om onze eigen onvolkomenheden en beperkingen te erkennen en te tolereren, evenals de onvolkomenheden en beperkingen van anderen. Het is het vermogen om te gaan met wat het leven ons te bieden heeft, met frustraties en teleurstellingen. Een belangrijk onderdeel van de ontwikkeling is het afstand doen van de eigen almacht. Kunnen we realistische relaties hebben met andere mensen, waarbij we erkennen en accepteren dat ze onvolmaakt zijn en dat ze in sommige opzichten beter zijn dan wij? Kan de analysant reflecteren op zijn gevoelens? De vraag is niet of er sprake is van een intern conflict. De vraag is hoe we ermee omgaan in de externe en interne wereld. Kan de analysant over zijn affecten nadenken en deze ervaren, in plaats van ze tijdelijk uit te voeren en er zo van af te komen? Hoe denkt de analysant over werk? Een groot deel van ons leven is gewijd aan werk. Daarom is de manier waarop we functioneren in de werkomgeving een belangrijk criterium voor de geestelijke gezondheid. Is de analysant in staat zich op de taak te concentreren, relaties op te bouwen met collega's, deel uit te maken van een team en de onvermijdelijke rivaliteit en concurrentie te weerstaan? Het is ook belangrijk hoe de analysant over het gebrek aan werk denkt. Werk kan worden gebruikt als bescherming tegen ondraaglijke gevoelens en angsten, maar ook tegen intimiteit met andere mensen. Hoe verhoudt de analysant zich tot spel en plezier? Volgens Winnicott hangt de geestelijke gezondheid af van het vermogen om lief te hebben, te werken en te spelen. Ira neemt een centrale plaats in in de emotionele ontwikkeling van het kind, omdat zij zijn onbewuste fantasie en realiteit met elkaar verbindt. Het vermogen om te spelen duidt op de aanwezigheid van een overgangsruimte in onze psyche, een ruimte die ons in staat stelt met onze gedachten en gevoelens te spelen zonder dat deze al te veel angst veroorzaken. Heeft de analysant gevoel voor humor? Een van de belangrijke veranderingen die tijdens de therapie worden waargenomen, is de ontwikkeling van gevoel voor humor. Het vermogen om onze tekortkomingen toe te geven, evenals het vermogen om te vergeven, houdt verband met het vermogen om met humor naar onze eigen problemen te kijken. Bron: Alessandra Lemma. Inleiding tot de praktijk van psychoanalytische psychotherapie. (VK, 2003)