I'm not a robot

CAPTCHA

Privacy - Terms

reCAPTCHA v4
Link



















Original text

Vandaag wil ik wat gedetailleerder stilstaan ​​bij een van de belangrijkste problemen van de moderne psychotherapie. We zullen het hebben over de ecologie van psychotherapie van mentaal trauma en de preventie van professionele burn-out van een psychotherapeut. Dit onderwerp lijkt mij des te relevanter in verband met het hierboven besproken idee van psychotherapie als een proces dat ervaring ondersteunt. Natuurlijk rijzen er vragen: “Wat gebeurt er tijdens de therapie met de eigen ervaring van de therapeut?”, “Heeft de therapeut het recht om de gebeurtenissen uit zijn eigen leven tijdens de therapie te ervaren?” Ik ben ervan overtuigd dat we het in dit geval niet zozeer over rechten hebben als wel over noodzaak. Naar mijn mening is het belangrijkste instrument voor het professionele werk van een therapeut zijn eigen ervaringsproces. Het is de vrijheid van de therapeut in zijn ervaring van de huidige levenscontext die de leidende therapeutische factor is die het succes van de therapie bepaalt. Ten eerste is de manier waarop de therapeut met zijn eigen zelffenomenen omgaat, in zekere zin een model voor de cliënt. Ten tweede kan alleen een therapeut die vrij is in zijn ervaringen, door zijn creatieve dynamiek en dientengevolge een hoge gevoeligheid voor de huidige situatie, de zelfdynamiek in contact faciliteren. Alles wat hierboven is beschreven met betrekking tot het ervaringsproces en de zelfdynamiek is dus even relevant voor de therapeut, inclusief zowel de aanwezigheid van mentaal trauma als het proces van revitalisering. De therapeut loopt dus ook risico op mentale trauma's. Bovendien hebben veel van de meest succesvolle studenten, zoals uit de ervaring met het uitvoeren van professionele trainingsprogramma's voor Gestalttherapeuten blijkt, veel van hun eigen behoorlijk diepe mentale trauma's. Ik denk dat de interesse in anderen en in jezelf grotendeels wordt ingegeven door de trauma’s van de therapeut zelf, en het is juist deze factor (nieuwsgierigheid naar het leven van iemand anders en die van jezelf) die in grote mate het succes in ons beroep bepaalt. Natuurlijk is het therapeutische instrument van de therapeut niet zozeer trauma als wel de psychische littekens en littekens die hij achterlaat. Dus wat gebeurt er met het leven van de therapeut tijdens het therapieproces? Het aanwezig zijn in contact met een cliënt is ook een gebeurtenis in het leven van de therapeut. Daarom moet het ook ervaren worden. Op een gegeven moment raken de levens van twee mensen met elkaar verweven en worden ze gedeeld. Tijdens het therapieproces ervaar ik de gebeurtenis van de ontmoeting, en door het proces van het ervaren van de cliënt te ondersteunen, kunnen we in zekere zin zeggen dat ik ook zijn leven ervaar. Natuurlijk bestaat er in dit geval het gevaar dat we ons uitsluitend op de ervaring van de cliënt concentreren, onszelf negeren en, in de woorden van een van mijn lange en succesvolle collega's, veranderen in ‘een apparaat dat de levens van anderen dient’. De uitweg uit deze situatie is enerzijds een gevoeligheid voor het eigen leven tijdens de therapie, die zich manifesteert als reacties op contact met de cliënt, en anderzijds een ecologische houding ten opzichte van het leven buiten de therapie. Bij dit laatste gaat het om het behouden van de volheid van de ervaring van levensgebeurtenissen en, als gevolg daarvan, de tevredenheid met het leven. In beide gevallen hebben we het over de zwangere correlatie van ervaringsprocessen. De impasse in de therapie en de burn-out van de therapeut komen voort uit de onwetendheid van de therapeut over zijn eigen ervaringsproces. Een dynamisch veld impliceert een constante dynamiek van figuur en ondergrond. Creatieve aanpassing veronderstelt de mogelijkheid dat achtergrondverschijnselen als figuren naar voren komen. Met andere woorden: om burn-out tijdens het therapeutisch werkproces te voorkomen, moet de therapeut aandacht hebben voor zijn eigen ervaringsproces, en hiervoor moet hij dit soms in de figuur plaatsen, zo niet van het therapeutische proces, dan wel van zijn eigen bewustzijn. . Aan de andere kant ontneemt het ‘begraven’ van ervaringen met gebeurtenissen die verband houden met het leven buiten het werk op de achtergrond van iemands professionele leven de therapeut de middelen die nodig zijn, ook voor therapie. Bovendien is het bindend om de ervaring van iemands leven te negeren.