I'm not a robot

CAPTCHA

Privacy - Terms

reCAPTCHA v4
Link



















Original text

Als je jezelf vaak betrapt op denken, controleer dan of er een cognitieve fout in zit die invloed kan hebben op je gevoelens, houding ten opzichte van jezelf en anderen, gedrag... Hoe kun je je gedachten vervormen: 1 . 'Denkt hij dat ik helemaal niets begrijp?' - GEESTENLEZEN – je denkt te weten wat er in de hoofden van anderen omgaat, ook al heb je daar niet eens voldoende gronden voor. 2. “Kan ik deze taak niet aan?” - VOORSPELLING VAN DE TOEKOMST - jij, als een waarzegster, voorspelt gebeurtenissen die zeker zullen gebeuren en niet goed zullen aflopen. 3. “Ben ik 100% beschaamd?” - CATASTROPHISATIE - u weet zeker dat u in de toekomst iets ongelooflijk verschrikkelijks en ondraaglijks te wachten staat. 4. "Ben ik een verliezer?" - ETIKETTEREN - je schrijft jezelf en anderen de slechtste eigenschappen toe 5. 'Wat heeft hij voor mij gedaan? Denk je eens in: ik heb in het hele huis geholpen. Is dit zijn verantwoordelijkheid!?” - Devaluatie van het positieve - u weet zeker dat de door u of anderen behaalde resultaten niets waard zijn 6. "Dus wat als mijn dierbaren zeggen dat ik er goed uitzie, gisteren vertelden ze me dat ik er moe uitzie?" - NEGATIEF FILTER - u let in de regel op het negatieve en merkt het positieve nauwelijks op. 7. “Het zal mij niet lukken, zoals altijd?” - OVERGENERALISERING - je trekt globale negatieve conclusies uit één enkel geval. 8. "Of zal ik bij hem zijn, of zal ik mijn hele leven alleen leven?" - DICHOTOMISCH DENKEN - je evalueert mensen en gebeurtenissen volgens het “alles of niets”-principe 9. “Heb ik tijd om alles wat ik in gedachten heb uit te voeren?” - MOET - je beoordeelt de situatie vanuit het standpunt van hoe deze zou moeten zijn, en neemt de situatie niet realistisch en objectief waar. 10. "Heb ik ons ​​huwelijk verpest?" - PERSONALISATIE – je neemt de schuld op jezelf, niet begrijpend dat niet alles wat er gebeurt van ons afhangt. 11. "Hebben mijn ouders mij opgevoed als een egoïst?" - SCHULD – je denkt dat de ander verantwoordelijk is voor hoe jij je voelt of wat er met je gebeurt, waarbij je vergeet dat jij ook verantwoordelijk bent voor de veranderingen. 12. "Is hij succesvoller dan ik?" - ONEERLIJKE VERGELIJKING - je kijkt naar gebeurtenissen op basis van fictieve normen en let specifiek op mensen die ergens beter in zijn dan jij.13. 'Als ik niet te laat was geweest, zou dit dan niet zijn gebeurd?' - ORIËNTATIE OP SPIJT - je bent gefocust op wat je in het verleden beter had kunnen doen en merkt helemaal niet wat je nu kunt doen 14. “Wat als ik mezelf te schande maak?” - WAT ALS... - je stelt jezelf vragen uit de serie “wat zou er gebeuren als...”, maar de antwoorden brengen je nooit voldoening.15. “Ik ben voortdurend boos op hem, betekent dat dat ik niet van hem hou?” – EMOTIONELE RATIONALE – je wordt geleid door gevoelens als je echte gebeurtenissen evalueert.16. "Is het onmogelijk om van mij te houden?" - ONVERMOGEN TOT WEERGAVE - je verwerpt alle argumenten die in strijd zijn met jouw gedachten, zelfs als ze in feite van je houden. Deze gedachten raken vaak zo ingebakken in onze hersenen dat ze een deel van ons worden. We merken ze misschien niet eens op, of merken ze op, maar beschouwen ze als volkomen normaal, zelfs als ze ons ervan weerhouden om ten volle te leven, onaangename gevoelens met zich meebrengen en de relaties met dierbaren bederven. Probeer jezelf vaker te 'betrappen op denken' en na te denken hoe vervormd en irrationeel ze zijn.