I'm not a robot

CAPTCHA

Privacy - Terms

reCAPTCHA v4
Link



















Original text

Van de auteur: Om specialisten te helpen de mentale ontwikkeling te diagnosticeren. Om ouders te helpen bij de opvoeding. Criteria voor de harmonieuze mentale ontwikkeling van een kind van 1 jaar tot 2 jaar. Voortbordurend op de publicatie van artikelen over de harmonieuze ontwikkeling van de psyche van een kind, zullen we overwegen wat u moet weten over welk gedrag typisch is voor een kind in deze leeftijdsperiode. In het eerste levensjaar loopt de baby al, met of zonder de steun van de hand van een volwassene. Zegt ongeveer tien woorden, maar begrijpt meer. Drinkt zelfstandig uit een kopje en gebruikt een lepel. Vestigt de aandacht op het gezicht van de spreker. Kijkt naar speelgoed. Begrijpt en volgt 5-10 instructies (breng dit, sluit de deur, geef me een kopje, etc.). Met 1 jaar en 6 maanden spreekt hij eenvoudige zinnetjes, beantwoordt onverwijld bekende vragen aan een volwassene, zijn gang is zelfverzekerd, hij klimt zelfstandig op een stoel of bank. Hij klimt de trap op en glijdt naar beneden. 1 jaar 6 maanden – 1 jaar 9 maanden. Herkent zijn kleding. Speelt met grote bouwsets. Draait de pagina's van boeken om. Bouwt een speelgoedhuis en een poort. Herhaalt speels de gebaren die hij heeft gezien. Zit op een stoeltje. Kan op een klein bankje lopen. Huilt om zijn zin te krijgen (manipuleert volwassenen of anderen). Gebruikt zinnen van twee woorden: “geef mij”, “laten we daarheen gaan.” Beantwoordt vragen van een volwassene terwijl hij naar foto's kijkt. Drinkt uit een beker die met één hand wordt vastgehouden. Eet zelfstandig met een lepel van een bord. Zet een hoed af of zet hem op, kleedt zich uit met een beetje hulp van een volwassene. 1 jaar 9 maanden – 2 jaar Voert eenvoudige mondelinge instructies uit. Herkent en benoemt hem bekende dieren en voorwerpen. Drukt gedachten uit in eenvoudige zinnen, gebruikt werkwoorden en voornaamwoorden. Weet hoe hij gepaarde afbeeldingen moet selecteren (uit lotto of kubussen). Speelt met een bal, verscheurt papier. Springt, loopt zelfverzekerd de trap op, houdt zich ergens aan vast, bergt speelgoed achter zich op, vraagt ​​of hij het potje mag gebruiken, luistert met verbazing naar sprookjes. Stapt afwisselend over obstakels heen. Speelt met andere kinderen. Kent het woord ‘onmogelijk’. Spreekt lichte woorden correct uit. Gebruikt meer dan tien gebaren. Begrijpt verhalen van volwassenen. Eet en drinkt zelfstandig en zorgvuldig. Probeert zich aan te kleden met de hulp van een volwassene. Blijft de hele dag droog. Hij trekt zijn broek uit voordat hij op het potje gaat zitten. Houd er rekening mee dat het gedrag van een individueel kind niet altijd samenvalt met algemeen aanvaarde indicatoren. Maar tijdige correctie zorgt ervoor dat ouders kalm en zelfverzekerd kunnen blijven bij het opvoeden van hun kind en hun kinderen. Veel succes met je opleiding! Literatuur:1. Internetbronnen;2. Lezingen: T.G.Galimova.