I'm not a robot

CAPTCHA

Privacy - Terms

reCAPTCHA v4
Link



















Original text

Het onderwerp controle en monitoring ligt mij nauw aan het hart, ik merk het in de verhalen van cliënten, mijzelf, dierbaren en kennissen. Voor mij is dit onderwerp erg “convex”, dus ik zal mijn visie hier delen. Om te beginnen is het belangrijk om te zeggen dat controle op zichzelf niet iets absoluut negatiefs is, het is slechts een van de polen in onze perceptie. de andere pool is spontaniteit en zelfvertrouwen. Ik merk vaak dat het meest problematisch voor ons die persoonlijke kenmerken zijn die absoluut en inflexibel zijn, terwijl er geen mogelijkheid is om op de ‘gulden middenweg’ te leven. Wanneer iemand bijvoorbeeld ergens een reis aan het plannen is, maar in plaats van te ontspannen, controleert hij bijna elke actie, en aan het andere uiterste is er een volledig spontaan persoon die hoogstwaarschijnlijk van de vakantie zal genieten, maar het is geen feit dat hij dat zal doen. op deze vakantie zijn als hij de data of tijd mist of de benodigde documenten vergeet. Het is dus het vermogen om flexibel te zijn, waarbij controle en spontaniteit worden gecombineerd, dat ons in staat stelt het meest adaptief te zijn en de kwaliteit van leven te verbeteren. Controle kan zich zowel in relatie tot onszelf als in relatie tot dierbaren manifesteren. Ieder van ons kan individuele redenen hebben voor het optreden van controlerend gedrag, maar meestal komt dit voort uit angsten, onzekerheid en traumatische ervaringen. Dergelijk gedrag wordt geassocieerd met angst voor het onbekende, angst voor fouten en mislukkingen, wantrouwen jegens anderen, wanneer het lijkt alsof alleen jijzelf iets voldoende onder controle kunt houden. Met betrekking tot jezelf en je leven kan controle zich zowel in alledaagse kleinigheden manifesteren gedrag, en in het algemeen, volledige controle over de loop van zijn leven. In extreme mate kan dit gepaard gaan met een gebrek aan plezier en gevoeligheid, een gebrek aan oprechtheid en creativiteit. Dit kan leiden tot voortdurende vermoeidheid, apathie en depressie. In onze cultuur is het meestal gebruikelijk om over fysieke vermoeidheid te praten, maar vermoeidheid treedt ook op als gevolg van constante emotionele interne spanning. Als er bijvoorbeeld sprake is van voortdurende angst en ‘zelf-schoppen’ richting succes, dan is er geen interne kracht meer, en blijft de persoon niet begrijpen waarom er geen energie is, ook al zijn er vrije dagen en daadwerkelijke fysieke rust. Controle wordt vaak geassocieerd met mechanismen om contact te onderbreken, zoals retroflectie, introjectie en egoïsme. In gepaarde relaties leidt controle meestal tot wederzijdse afhankelijkheid. Bij wederzijdse afhankelijkheid zijn er rollen als Redder, Slachtoffer en Aanklager. De controlerende persoon kan zich in elk van deze rollen bevinden. Uiteraard wordt hij een vervolger wanneer hij een partner of iemand uit zijn omgeving controleert en onder druk zet. Hij wordt een redder wanneer hij zich met zijn controle haast om een ​​ander te helpen en de volledige verantwoordelijkheid voor hem op zich neemt. En het slachtoffer, wanneer hij een secundair voordeel heeft van controle in de vorm van de mogelijkheid om te lijden en sociale goedkeuring te krijgen, maar de verantwoordelijkheid niet met iemand anders deelt: 'Ik ben zo moe, ik voel me zo slecht, maar wie, zo niet ik.” De gewoonte van controle verschijnt niet zomaar, iedereen heeft zijn eigen verhaal over het uiterlijk ervan, meestal geassocieerd met ervaringen uit de kindertijd en familierelaties. Ik weet hoe moeilijk en onveilig het is om de controle los te laten, omdat het bepaalde functies en stabiliteit biedt, anders zou dit mechanisme niet in stand blijven. Ik weet echter zeker dat je zelfs met kleine stappen in de therapie niet alleen in deze pool kunt leren leven, als je het verlangen hebt en deze manier van leven niet langer geschikt is.