I'm not a robot

CAPTCHA

Privacy - Terms

reCAPTCHA v4
Link



















Original text

Op het forum van onze website verscheen een vraag met de volgende inhoud: Een moeilijke situatie met mijn 12-jarige dochter. Onder invloed van een ander meisje uit de klas. Een vriendin probeert te roken, zelfs in de klas te drinken, naar heel, heel gevaarlijke plaatsen te gaan, waardoor het leven van haar en andere kinderen in gevaar komt, en vernedert. Vertrouwelijke gesprekken met je dochter helpen niet, verboden en straffen, beperkingen ook. Op een bepaalde leeftijd worden alle ouders met een soortgelijk probleem geconfronteerd. Vrienden, steridolen, filmpersonages of computerspelkarakters. Waarom moeten tieners iemand imiteren? En waarom worden karakters, vanuit het perspectief van de ouders, zo negatief vaak gekozen als voorwerp van sympathie? Alle ouders zijn eraan gewend hun kinderen zorgen te maken, te verzorgen en te beschermen. Volwassenen eisen dat ze er fatsoenlijk uitzien en goed studeren, nieuwsgierig zijn, niet boos worden en niet onbeleefd zijn. Zij veroordelen het ‘opschepperij’ en de ‘promiscuïteit’ van hun kinderen. Ouders worden beheerst door hun eigen angsten. En vooral de angst om oud te worden en alleen gelaten te worden, in een ‘leeg nest’. Kinderen veranderen zowel extern als intern, maar ouders zijn niet altijd bereid om in een tiener een nieuwe persoon te zien die alles anders heeft: lichaam en emoties, doelen en ideeën. Door zijn gedrag en uiterlijk te veroordelen, kunnen we de illusie van de onveranderlijkheid van ons leven in stand houden: ‘we blijven hem behandelen als een hulpeloos kind.’ Een van de belangrijkste taken van de leeftijd (11-15 jaar) is de ontwikkeling van zelfbeschikking, maar een tiener wordt geconfronteerd met een andere vraag, niet minder belangrijk dan de vraag 'Wie ben ik?' Dit is de vraag “Met wie ben ik?” Acceptatie door leeftijdsgenoten en identificatie met de groep is het meest dringende probleem in de adolescentie. Iedereen weet dat op deze leeftijd de communicatie met leeftijdsgenoten van uitzonderlijk belang wordt. In hun relaties met elkaar oefenen tieners relaties en doorlopen ze een speciale school voor sociale relaties. Kinderen gaan een nieuwe levensfase binnen waarin persoonlijke relaties met leeftijdgenoten een manier van leven worden en een hulpmiddel voor de ontwikkeling van de persoonlijkheid van tieners. Communicatie met leeftijdsgenoten kan bijdragen aan de succesvolle socialisatie van een tiener, maar kan hem helaas ook in de richting van antisociaal gedrag duwen. Ze nemen praktisch nooit afscheid van elkaar, brengen het grootste deel van de dag op school door met lessen, gaan dan wandelen, ze kunnen urenlang aan de telefoon praten, schijnbaar over niets, maar deze gesprekken helpen de opgroeiende persoon te begrijpen wie hij werkelijk is, begrijp zijn gevoelens en emoties, benoem ze. Vrienden hebben gemeenschappelijke ideeën, fantasieën, geheimen, ze hebben zelfs hun eigen taal, die niet altijd begrijpelijk is voor volwassenen of vreemden. De tiener vindt eindelijk iemand over wie hij vol vertrouwen kan zeggen: “Hij/zij voelt hetzelfde als ik...”. Wanneer een dochter of zoon een beste vriend of vriendin heeft, verzwakt de eerdere band met de ouders. Moeders en vaders vinden het vaak moeilijk om hiermee om te gaan. Soms lijkt het zelfs alsof hun kind onder de invloed van iemand anders is gekomen en ondergeschikt wordt gemaakt. In feite schuilt achter deze angst het gebruikelijke gevoel van jaloezie; ouders hebben niet langer dezelfde invloed op hun kind; bovendien groeit het kind op en wordt het een onafhankelijk persoon. Maar je hoeft niet langer “alles te begrijpen” of te streven naar maximale nabijheid met je kind: bij tieners veroorzaakt dit alleen maar angst. Het is tijd om het idee van het ‘samensmelten’ van een volwassene en een kind op te geven, om te stoppen met jezelf te projecteren op zijn zich ontwikkelende persoonlijkheid. In een relatie met hem moet je de juiste afstand zoeken en jezelf niet als de oorzaak (en boosdoener) van alle moeilijkheden van je kind beschouwen. Stel geen opdringerige vragen, maar blijf open voor een gesprek over welk onderwerp dan ook. Als een kind met je praat - over wat dan ook, als hij een discussie nastreeft - ook al verandert het in ruzie - dan is alles goed met hem: er is contact tussen jullie, en dit is het belangrijkste. Het is erg belangrijk om emotioneel contact met het kind te onderhouden, zodat hij kan vertrouwen en luisteren naar zijn gevoelens (en niet die van zijn ouders). Bied kinderen een alternatief: “Je kunt met een vriend(in)/vriendje gaan, of je kunt er de avond mee doorbrengen.