I'm not a robot

CAPTCHA

Privacy - Terms

reCAPTCHA v4
Link



















Original text

Van de auteur: Ik schrijf ook aan mezelf. Momenteel neemt het beroep van psycholoog consequent een “winnende plaats” in in de populariteitsbeoordeling. Naast andere beroepen behoort psychologie als toekomstige activiteit al meer dan tien jaar op rij tot de top drie van meest wenselijke disciplines, naast rechten en economie. Het lijkt mij dat juist de populariteit van de psychologie het waardensysteem van jonge mensen van onze tijd op betrouwbare wijze karakteriseert. En tegelijkertijd is het paradoxaal genoeg de populariteit van de psychologie die een idee geeft van de eigenaardigheden van de problemen, niet alleen van individuele jongeren of sociale groepen, maar ook van onze moderne samenleving als geheel. Psycholoog zijn is prestigieus. Psycholoog worden is belangrijk om persoonlijke kracht en macht te verwerven, in de eerste plaats over jezelf. Competentie op het gebied van theoretische en praktische psychologie is noodzakelijk voor persoonlijke evolutie en psychologische hulp aan mensen. Hoe het ook zij, als u in staat bent om competente hulp te bieden aan andere mensen, dan is dit natuurlijk heel erg belangrijk voor uw eigen stabiliteit en gevoel van persoonlijk welzijn. Het gebrek aan persoonlijke stabiliteit en persoonlijke kracht wordt bij veel jongeren omgezet in een aanhoudend verlangen om macht en macht over zichzelf en anderen te verwerven. ‘Persoonlijke motivatie’, die de wens van een jongere om psycholoog te worden domineert, is het krachtigste filter bij het beheersen van deze specialiteit. En het is precies deze omstandigheid die het onderwijs in de psychologie het meest ernstig onderscheidt van het lesgeven in welk ander beroep dan ook. Persoonlijke interesse en persoonlijke selectiviteit maken leren grotendeels subjectief. Door dit expressieve kenmerk van de opleiding tot psycholoog te benadrukken, streef ik het idee na dat het, om echt succes in het beroep te bereiken, voor een jonge specialist uiterst belangrijk is om letterlijk vanaf de allereerste stappen met het proces van 'resubjectivisering' te beginnen. Het is belangrijk in het werk van een psycholoog om zo snel mogelijk te leren focussen op objectieve patronen in de organisatie van ervaringen en gedrag van andere mensen die psychologische diensten nodig hebben (hulp, correctie, coaching, enz.). En daarmee de beperkingen van het lesgeven in een beroep overwinnen. Een jonge psycholoog moet het zogenaamde ‘competentiecomplex’ overwinnen. Dit 'complex' wordt gevormd tijdens het onderwijzen van een specialiteit door een soort 'verzadiging' van een studentenpsycholoog met theoretische informatie. Die persoonlijke motiverende attitudes die vooral uitdrukking geven aan hun eigen persoonlijke problemen blijken de belangrijkste betekenisvormende factoren te zijn in de professionele psychologische vorming van studenten van psychologische specialismen. Een studentenpsycholoog heeft geen idee dat studeren aan een psychologiefaculteit of -afdeling zijn persoonlijke problemen op geen enkele manier oplost. Niettemin krijgt de afgestudeerde de indruk dat een goede theoretische basis de sleutel is tot zijn persoonlijk en professioneel welzijn en groei. Maar helaas duurt het niet lang voordat de teleurstelling zich aandient. Een jonge psycholoog die in zijn specialiteit wil werken, wordt geconfronteerd met het feit dat hij “niets kan doen”! Zelfs met een goede grootstedelijke opleiding kan hij niet reageren op verzoeken om psychologische hulp. Het meest walgelijke aan deze situatie is in de eerste plaats dat hij zichzelf niet kan helpen in situaties die, zo lijkt het, door training in het verleden zijn gebleven. Geen van de echte psychologen slaagde erin deze periode van professionalisering en, zou ik zeggen, professionele socialisatie van het individu te omzeilen. Ik geloof dat deze tegenstelling tussen hoge theoretische competentie en extreme onvoorbereidheid op praktische activiteiten onder psychologen het meest uitgesproken is. De kracht van deze tegenstrijdigheid is zo groot dat ze het professionele wereldbeeld letterlijk in stukken ‘splitst’ en een paniekerige zoektocht dwingt naar manieren om de integriteit te herstellen en manieren om professionele levensvatbaarheid te verwerven. Niet veel.