I'm not a robot

CAPTCHA

Privacy - Terms

reCAPTCHA v4
Link



















Original text

De existentiële realiteit is zodanig dat we, of we het nu willen of niet, ons hele leven worden geconfronteerd met vragen die verband houden met ons bestaan. Het belangrijkste verschil tussen mens en dier – de aanwezigheid van bewustzijn – confronteert ieder van ons met problemen als vragen over leven en dood, de zin van het bestaan, eenzaamheid en vrijheid. Bovendien, hoe hoger het reflexieve vermogen, het opleidingsniveau, de mate van psychologische ontwikkeling en gevoeligheid, hoe dieper en pijnlijker deze vragen een persoon bezighouden, waardoor existentiële crises ontstaan. De laatste tijd wordt de term ‘crisis’ vaker gezien als een proces dat negatieve gevolgen heeft. Tegelijkertijd hebben perioden van crisis, ondanks hun complexe, soms kwetsende en vernietigende verloop, als doel een herwaardering van verouderde waarden en een zoektocht naar een nieuwe betekenis, dat wil zeggen vooruitgaan. Het is belangrijk om te begrijpen dat crisis een normaal onderdeel is van de menselijke ontwikkeling. En dit is vooral de moeite waard om te benadrukken, omdat ontwikkeling rechtstreeks verband houdt met de mogelijkheid en de bereidheid om het feit onder ogen te zien dat een deel van je leven, manier van denken, manier van communiceren, beoordelingsschaal... achterhaald is geworden en moet worden bijgewerkt. En de noodzaak om waarden of gedragsstrategieën hier te heroverwegen mag niet worden gereduceerd tot een simpele evaluatieve categorisering: goed - slecht. Terugkijkend en rekening houdend met de levensomstandigheden en het niveau van persoonlijke ontwikkeling die hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van deze criteria voor het beoordelen van de werkelijkheid en de interactie daarmee, moet worden opgemerkt dat deze keuzes onder die omstandigheden, op dat moment, waren correct en effectief. Daar, en nog enige tijd daarna, werkten de ontwikkelde strategieën en hielpen ze om kwalitatief te bestaan ​​en resultaten te bereiken die iemand tevreden stelden. Maar alles in ons leven heeft zijn deadline. Op dezelfde manier neigen gedragsmethoden die ooit bestonden en die voldoen aan betekenissen en waardeoordelen die passen bij tijd en omstandigheden, vaak achterhaald. Er komt een tijd dat wat gisteren voldoende en acceptabel was, niet past in ons beeld van het leven van vandaag; onze ideeën over onszelf, kansen en bestaan ​​volgens de ‘oude regels’ worden ondraaglijk pijnlijk. Tijdens deze periode stelt iemand bekende vragen op een heel ander, dieper niveau: - wie ben ik - wat is de betekenis van mijn bestaan? verder leven? - wie ben ik? bestaande relaties? - heb ik dit bereikt en waar moet ik heen? - wat voor soort ouder/echtgenoot/professional ben ik...? Met dit soort ervaringen op zoek naar jezelf en proberen te begrijpen “Wie ben ik?” waar iemand vanaf zijn geboorte mee te maken krijgt. De geboorte en het verlies van zo’n gezegende eenheid met het lichaam van de moeder is de eerste ‘grens’ wanneer de baby wordt geconfronteerd met de noodzaak van fysieke scheiding, wat een proces van bewustzijn en acceptatie van zijn afgescheidenheid en individualiteit op gang brengt dat een mensenleven duurt. maar op een ander, minder tastbaar vlak. Er zijn veel bewijzen van deze beweging naar jezelf toe, maar er zijn ook opvallendere. We kennen dus allemaal heel goed deze hartverscheurende kreet van een driejarig kind, wanneer hij, als reactie op elk aanbod van hulp, ondanks zijn werkelijke capaciteiten, uitbarst met een vraag naar autonomie: 'Ikzelf!' Gedurende deze periode beginnen de voorheen broodnodige eenheid met de moeder, haar zorg en het verlangen om haar te beschermen tegen eventuele moeilijkheden in het leven gezien te worden als omstandigheden die de autonomie en individualiteit beperken, en wordt het kleine mens geconfronteerd met een onvoorstelbare energie die hem ertoe aan te zetten zichzelf afzonderlijk van een significante ander te herkennen. En we hebben het hier niet alleen en niet zozeer over het verlangen om onafhankelijk te zijn bij het nemen van beslissingen en het ‘doen’ van dingen die elke dag steeds volwassener worden, maar over de allesverkondigende uitspraak ‘Ik ben!’, ‘Ik ben ben iets dat gescheiden is van jou en van anderen”, “Ik ben jou niet!”, maar ook over een diepgaande poging om door acceptatie van iemands individualiteit te begrijpen “Wat ben ik?”, “Waarom ben ik]