I'm not a robot

CAPTCHA

Privacy - Terms

reCAPTCHA v4
Link



















Original text

Vandaag zullen we het hebben over het gevoel van eigenwaarde van het kind. Zelfwaardering is de houding van het kind ten opzichte van zichzelf, zijn subjectieve capaciteiten, capaciteiten, karaktereigenschappen, acties en persoonlijke kwaliteiten Bijna alle levensprestaties zijn afhankelijk van de geschiktheid ervan, academisch succes en interactie in een groep. Het vindt zijn oorsprong in de kindertijd en heeft vervolgens een aanzienlijke impact op het volwassen leven van kinderen, hun gedrag, houding ten opzichte van zichzelf en gebeurtenissen, de omringende samenleving. De primaire taak van ouders, samen met het opvoeden, onderwijzen en verzorgen van het kind, is het vormen van voldoende eigenwaarde. Tegelijkertijd ontwikkelt de baby immers een gevoel van eigenwaarde. Om te beginnen stel ik voor om een ​​eenvoudige test uit te voeren om het niveau van zelfwaardering van het kind te bepalen. We zullen zien hoe hij zichzelf evalueert, hoe andere mensen hem naar zijn mening beoordelen en hoe deze ideeën zich tot elkaar verhouden Het is heel belangrijk om een ​​sfeer van vertrouwen, openheid en welwillendheid te creëren. (De test moet op een rustige, speelse manier worden uitgevoerd, zodat het kind in de stemming is om met u te communiceren.) Het kind moet een formulier hebben met een getekende ladder, een pen of potlood. ‘Hier is een ladder. Als je alle jongens erop plaatst, dan zullen hier (laat de eerste stap zien zonder het nummer te noemen) de beste jongens staan, hier (laat de tweede en derde zien) - de goede, hier (laat de vierde zien) - noch goed, noch slechteriken, hier (laat de vijfde en zesde stap zien) zijn slecht, en hier (laat de zevende stap zien) zijn de ergste. Op welke stap zet jij jezelf? Leg uit waarom". Als je problemen hebt met het antwoord, herhaal dan de instructies. Verwerking van resultaten en interpretatie Stap 1 - opgeblazen gevoel van eigenwaarde Het is meestal kenmerkend voor eersteklassers en is de leeftijdsnorm voor hen. In een gesprek leggen kinderen hun keuze als volgt uit: ‘Ik zet mezelf op de eerste trede, want die is hoog’, ‘Ik ben de beste’, ‘Ik hou heel veel van mezelf’, ‘De aardigste jongens staan ​​hier, en ik wil ook bij hen zijn. Het komt vaak voor dat een kind zijn keuze niet kan uitleggen, stil blijft, lacht of diep nadenkt. Dit komt door slecht ontwikkelde reflectie (het vermogen om de eigen activiteiten te analyseren en meningen, ervaringen en acties te correleren met de meningen en beoordelingen van anderen). Daarom wordt in het eerste leerjaar geen puntbeoordeling gebruikt. De eersteklassers (en vaak de tweedeklassers) accepteren immers overweldigend het cijfer van de leraar als een houding ten opzichte van zichzelf: “Ik ben goed omdat ik een A heb (“ster”, “vlinder”, “zonneschijn”, “rode baksteen ”).” “Ik ben slecht omdat ik een C heb (“regen”, “blauwe baksteen”, “streepje”, “zie”). Stappen 2, 3 - voldoende eigenwaarde Het kind heeft een positieve houding ten opzichte van zichzelf gevormd, weet hij hoe hij zichzelf en zijn activiteiten kan evalueren: 'Ik ben goed omdat ik mijn moeder help', 'Ik ben goed omdat ik goede cijfers haal in mijn studie, ik lees graag boeken', 'Ik help mijn vrienden, ik speel goed met hen”, enz. Dit is een uitstekende optie om het gevoel van eigenwaarde te ontwikkelen. Stap 4 – laag zelfbeeld Kinderen die zichzelf op de vierde stap zetten, hebben een enigszins laag zelfbeeld. In de regel wordt dit geassocieerd met een specifiek psychologisch probleem van het kind. In een gesprek kan hij erover praten. Bijvoorbeeld: "Ik ben niet goed of slecht, omdat ik aardig kan zijn (als ik mijn vader help), ik kan slecht zijn (als ik tegen mijn broer schreeuw)." Er zijn hier problemen in de familierelaties. "Ik ben niet goed of slecht, omdat ik slecht brieven schrijf, en mijn moeder en leraar schelden me daarvoor uit." In dit geval worden de successituatie en de positieve houding van het schoolmeisje, althans ten aanzien van het schrijven van lessen, vernietigd; interpersoonlijke relaties met belangrijke volwassenen worden verstoord.” Stappen 5, 6 – laag zelfbeeld Er zijn ongeveer 8-10% van de jongere schoolkinderen met een laag zelfbeeld in de klas. Soms is het zelfbeeld van een kind situationeel laag. Op het moment van de enquête kan er iets zijn gebeurd: een ruzie met een vriend, een slecht cijfer,.