I'm not a robot

CAPTCHA

Privacy - Terms

reCAPTCHA v4
Link



















Original text

Het woord empathie is stevig in ons dagelijks vocabulaire opgenomen. Veel mensen die geen relatie hebben met de psi-omgeving maken er behoorlijk actief gebruik van en in de meeste gevallen lijkt het passend. Empathie kan heel breed worden opgevat, zoals Martin Buber: ‘Je gevoel binnen de dynamische structuur van een object, een pilaar of een kristal, of een tak van een boom, of zelfs een dier of een persoon laten glijden, en, naarmate ze zeg maar, traceer het van binnenuit. In die zin ervaren we het als we gefascineerd worden door een film of muziek, als de bestuurder van een auto zijn eigen auto wordt, en de berijder één wordt met het paard en dit intuïtief voelt. Soms voelt het zelfs alsof we de gedachten van iemand anders lezen, zo nauwkeurig kunnen we hem of haar door empathie begrijpen. Empathie, zo breed opgevat, is een neutraal vermogen dat we op verschillende manieren kunnen gebruiken: om iemand beter te begrijpen en dichter bij hem te komen. , of om te helpen, en hem pijn te doen waar het het meeste pijn doet. Empathie is niet uniek voor de mens, maar is er iets specifiek menselijks aan? In onze hersenen (zoals in de hersenen van veel dieren) zitten spiegelneuronen, ze worden zo genoemd omdat ze niet alleen vuren als we zelf een bepaalde actie uitvoeren, maar ook als we zelf een bepaalde actie uitvoeren. maar en als we zien hoe een ander het doet, terwijl we zelf niets doen, of als we emotionele uitingen van anderen zien. Er wordt onderzoek gedaan naar spiegelneuronen en er is veel meer onbekend dan begrepen, maar hun verband met empathie lijkt gegrond. Op lichamelijk niveau wordt het duidelijk dat wanneer we het lijden van iemand anders tegenkomen, we hun lijden letterlijk als het onze ervaren. Het beïnvloedt ons van binnenuit. In zekere zin zijn we geboren om in de Ander te kunnen voelen. Op emotioneel niveau verschijnt er nog iets: ik zie het lijden van de Ander, ik voel mijn eigen lijden in mezelf. Het komt overeen met sommige van mijn ervaringen en kan emotionele reacties bij mij veroorzaken die geen verband houden met het lijden dat ik op dit moment zie. Hierdoor is het alsof ik mezelf niet alleen in het huidige moment, hier en nu ervaar, maar ook mijn vroegere zelf aanraak. Het kan verdrietig zijn, het kan als iets slopends worden ervaren, of angst veroorzaken. Tegelijkertijd kan ik iets voelen voor degene wiens lijden ik nu waarneem. Het kan als ondraaglijk worden ervaren, Gabrielle Wittkop heeft deze ervaring nauwkeurig beschreven in het verhaal ‘The Sleep of Reason’: ‘Als medelijden mij ondraaglijk kwelt, wat kan ik dan doen dan stenen gooien naar degenen die het hebben veroorzaakt?’ Als het lijden draaglijk is, kan ik warmte voelen tegenover de Ander, zelfs vreugde dat we iets gemeen hebben, tederheid - we worden hechter, en ik kan dit als iets goeds ervaren, terwijl ik tegelijkertijd lijden voel op intiem niveau. Ik word geconfronteerd met het feit dat het lijden dat ik voel over mij gaat. Het heeft een directe relatie met mij, het is in zekere zin de mijne. Kan ik het als mijn eigendom beschouwen? Kan ik mij hiervoor openstellen als deel van mezelf? Hoe maakt mij dat nu in mijn ogen? Hier word ik alleen gelaten met mezelf: ik zie mezelf en hoe ik wordt beïnvloed door wat er gebeurt. En ik kan me erg ongemakkelijk voelen over hoe het mij precies beïnvloedt, hoe ik reageer, wat ik voel en ervaar. Het is alsof ik tegenover mezelf sta en empathisch in mezelf voel: ik ben de Ander voor mezelf. En, net als hierboven in relatie tot de Ander, kan ik de intimiteit met mezelf ervaren – als iets goeds, en mezelf als waardevol voor mezelf. Paradoxaal genoeg kan ik mezelf, door het feit dat ik me door de Ander liet beïnvloeden, heel diep raken. Tegelijkertijd blijkt dat hoe beter we naar dit proces kijken, hoe meer we zien dat het diep ingaat ons, zo diep dat de ander met zijn lijden lijkt te verdwijnen. Het enige dat overblijft ben ik, tegenover mezelf. Door mijn focus op mezelf kan ik de Ander niet zien. Wat er daarna gebeurt, hangt er sterk van af/2684