I'm not a robot

CAPTCHA

Privacy - Terms

reCAPTCHA v4
Link



















Original text

Vervolg op het artikel over SERM. We blijven werken met gedachten en houdingen. Wanneer je er met behulp van SERM in bent geslaagd de gedachten vast te leggen die negatief gedrag en emoties uitlokken, controleren we deze op de aanwezigheid van cognitieve vervormingen. Generalisaties, overgeneralisaties - als je algemene conclusies trekt op basis van één geval, indicatorwoorden - iedereen / niemand, altijd / nooit / Vandaag kon ik de test niet halen, ik zal nooit een diploma behalen / Catastrofering - constante verwachting van een verschrikkelijke catastrofe, vreselijke gevolgen. /Na deze mislukte toets zak ik voor het examen. Ik zal uit het instituut worden gezet en het huis uit worden gezet. Het leven is voorbij./Polarisatie is zwart-wit denken, het is alles of niets./Als ik deze positie niet krijg, is mijn leven waardeloos./Gedachten lezen - je hoeft niet te vragen wat anderen denken, dat weet je al en jij weet ook wat ze voelen en wat ze gaan doen. /Hij keek me niet aan toen hij de kamer binnenkwam. Hij heeft absoluut een hekel aan mij./Etiketten zijn niet gericht op feiten en objectieve gebeurtenissen, maar op een etiket./Ik ben een verliezer. Hij is een slecht persoon./Personalisatie - alle reacties van anderen zijn op jou gericht, er zijn geen andere verklaringen./Ik werd de metro in geduwd omdat niemand mij enig krediet geeft./Devaluatie - jouw sterke punten en positieve ervaringen niet count./Ik ben geslaagd voor dit ene examen, maar ik had gewoon geluk./Verplichting - duidelijke regels over hoe ik me moet gedragen en hoe ik me niet moet gedragen. Indicatoren - moet, moet, moet. / Ik moet alles perfect doen, dit is de enige manier waarop ik een goede vrouw kan zijn / Emotionele bevestiging - alleen wat je nu voelt is waar, ongeacht de feiten / Ik heb het hoogste ontvangen scoort op de beoordeling op de afdeling, maar ik heb nog steeds het gevoel dat ik beter moet werken./Je kunt je gedachten ook als volgt ‘controleren’: zoek drie argumenten die deze gedachte bevestigen, en nu drie argumenten die ertegen zijn. Komt deze gedachte overeen met de werkelijkheid? Welke andere verklaringen kunnen er voor deze situatie zijn? Dit is een manier om met automatische gedachten, angstgevoelens en onaangepaste attitudes te werken. Ga ervoor! :)